Parijs 2024 lonkt

Paracyclist Ken De Feyter wil straks scoren onder de Eiffeltoren

Ken De Feyter (40) grossierde als jeugdwielrenner in overwinningen en ereplaatsen. Hij streed vlot mee voor de prijzen met klinkende namen als Tom Boonen, Kevin De Weert en Wim De Vocht. Door een aangeboren klompvoet kreeg hij als belofte echter te horen dat hij nooit carrière zou maken als prof. Nu zoveel jaren later krijgt hij als paracyclist dan toch een herkansing om zijn Olympische droom alsnog waar te maken, mede dankzij Group-GTS. Daar willen wij het fijne van weten en dus voelen we Ken aan de tand over zijn ambities op de Spelen en de weg ernaartoe.

Group-GTS steunt Olympische droom

Ken, vertel eens hoe je bij paracycling terechtkwam?

Ken: “Op jonge leeftijd werd al duidelijk dat ik niet zo lang op de pedalen kon lopen als de andere gasten. De wattages waren niet het probleem, maar door een operatie aan m’n klompvoet heb ik een beenlengteverschil, waardoor rechtstaan tijdens het klimmen of in de sprint niet vanzelfsprekend is. Het moment dat je te horen krijgt dat een profcarrière er dan niet in zit, spat je droom uit elkaar.

Ik pikte m’n studies op en bleef al die tijd fietsen bij de elite zonder contract en de nevenbonden. Door corona viel dat even stil. M’n interesse werd echter weer gewekt door de Spelen in Tokio, waar ook de Paralympische sporten plots veel meer aandacht kregen. In een ver verleden opperde men wel eens de mogelijkheid, maar ik was gewoon om mee te strijden in het ‘gewone’ peloton, dus heb nooit de stap gezet, tot nu.”

Je komt straks uit in het paracycling C5.
Kan je eens toelichten hoe die categorie bepaald wordt?

Ken: “In dit geval heb ik eerst het BOIC gecontacteerd om naar de procedure te polsen en te kijken of ik in aanmerking kwam. Daarna hebben we de effectieve procedure in gang gezet om als G-sporter erkend te worden. Het is een complex gegeven dat gepaard gaat met veel onderzoeken, in mijn geval in Gent.

Het begon met een nationaal dossier. Eens dat goedgekeurd was, volgde het internationale verhaal met een keuring door de UCI. Een bijzonder intensief testtraject met 4 kinesisten en artsen. Geen Belgen uiteraard om objectiviteit te garanderen.

Mijn aanvraag werd goedgekeurd, mijn fysieke beperking erkend. Ik kwam terecht in categorie C5, de klasse met de minst fysieke beperking. Niet vanzelfsprekend, want ik neem het nu bijvoorbeeld op tegen mensen die een beperking hebben aan hun hand en niet aan hun benen.”

‘40 is the new 20’ zegt men wel eens, maar in topsport is 40 natuurlijk wel de leeftijd waarop het nu of nooit is als je naar de Spelen wil, toch?

Ken: “Dit jaar wordt inderdaad belangrijk, het is nu dat de punten van de wereldbekers tellen voor de kwalificatie. Ik ga er een 5-tal rijden, daar wil ik top zijn qua conditie en materiaal. Voor de eerste wereldbeker reis ik af naar Italië. Doel is daar top 6, zodat ik in het team van het BOIC kom, waardoor sommige kosten zoals vliegreizen vergoed kunnen worden. Dat zou al een hele stap voorwaarts zijn.

Daarnaast ga ik ook met de selectie op de piste trainen, een kans die ik krijg van mijn werkgever, die zich ook engageert voor dit project. Als consulent maak ik lange dagen. Daarna spring ik op de fiets voor de training en nu kan ik dus op vrijdag ook de pistetraining met de bondscoach bijwonen. Een meerwaarde richting Parijs.”

Je haalde het al aan, tot de tijd dat je de selectie van het BOIC haalt, moet je zelf instaan voor de kosten. Hoe verliep de zoektocht naar privésponsors?

Ken: “Die liep niet van een leien dakje, van heel wat bedrijven kreeg ik een njet. Gelukkig kan ik naast mijn eigen werkgever rekenen op Group-GTS. Op het werk had een chauffeur mijn verhaal opgevangen en hij vertelde dat aan Ben Geybels. Ik werd uitgenodigd voor een babbel. Het werd een heel open en warm gesprek, een verhaal van twee kanten. De klik was er meteen. Ik wil een ambassadeur zijn voor Group-GTS, omdat onze waarden elkaar aanvullen. Met motivatie kan je heel veel bereiken, we streven allebei naar een bepaald doel. Daarnaast wil ik ook een voorbeeld zijn voor andere mensen met mijn beperking. Er zijn zoveel mogelijkheden – op professioneel en sportief vlak – alleen moet je die juist weten te benutten en de weg kennen.

Ik ben ook ontzettend dankbaar voor de ondersteuning van de sponsors, want het is financieel geen evidentie. Aangezien ik 3 disciplines beoefen, heb ik ook evenveel fietsen nodig, een tijdrit-, weg- en pistefiets. Tel daarbij nog een scooter om snelheidstrainingen achter te doen en de verplaatsingen en je weet genoeg.”

De financiële kant is uiteraard 1 ding, maar hoe zit het met de combinatie werk, sport en gezin. Heb je daar een goede balans in gevonden?

Ken: “Die heb ik intussen gevonden, maar het zijn lange dagen. Mijn werkdag start al om 5h30. Hoelang die duurt, weet ik vooraf nooit. Het gebeurt dat ik ‘s avonds om half 11 nog op de rollen zit. Flexibel zijn is de boodschap. De kinderen zijn gelukkig al wat ouder en kunnen al eens voor zichzelf zorgen. Ze delen dezelfde passie trouwens en zijn helemaal mee in het verhaal. Zelf fietsen ze bij de Balense, maar het is allemaal nog speels hoor. Mijn vrouw fietst zelf niet, supporteren doet ze wel. Dus staat ze ook mee achter mijn droom en samen zoeken we de balans.

Daarnaast heb ik ook goede begeleiding van het coachingcenter van Jeroen Dingemans, waar ze één en ander afweten van paracycling door de langdurige samenwerking met Marc Herremans. Ze begrijpen ook dat ik geen uren op de fiets kan zitten zoals de profs en volgen me nauwgezet op.”

Podium op WK

Concreet, Ken, hoe ziet de ideale aanloop naar Parijs eruit?

Ken: “Idealiter start die met top 5 op de wereldbeker van Italië en kan ik van daaruit verder groeien. Het parcours moet voor alle categorieën toegankelijk zijn, ook voor de rolstoelatleten, dat maakt dat er geen steile hellingen of ellenlange klimpartijen in zitten. Lang rechtstaan is er dus niet bij, wat in mijn voordeel speelt.

Daarnaast wordt het WK in Glasgow een topevent. Hier komen de beste wielrenners van de wereld samen, zowel in het paracycling als het gewone wielrennen. De exposure zal enorm zijn en het is het ideale testevent. Daar wil ik de verschillende disciplines rijden die ik ook op de Spelen zal doen om te zien waar ik sta. Zeker in 1 race wil ik het podium halen en van daaruit werken aan de extra procentjes die ik dan nog mis voor Parijs 2024.”